Zondags trainingsrondje
Nog even met de mountainbike de duinen in, dat was het plan van vanmiddag. Maar nog voordat Boris en ik de stad uit waren gefietst ging het al bijna mis.
Eerst moest ik een circusact ondernemen om een fietsend meisje te ontwijken, dat waarschijnlijk met haar gedachten bij haar zomerliefde was. Een paar honderd meter verderop ging het bijna weer mis. Als we vlak achter een stelletje fietsen, valt de tas van de bagagedrager van de manndelijke helft van het stel. Boris kan net voorkomen dat hij erover heen fiets, maar schiet wel met zijn voet van de trapper en houd er een pijnlijke enkel aan over.
Als we een kleine twee uur later Den Haag weer infietsen gaat het echt mis. Bij het oversteken van een druk kruispunt heb ik meer oog voor de passerende trams dan voor de weg. Plotseling schiet ik met mijn handen van het stuur en duik ik voorover richting het asfalt. In een reflex houd ik mijn handen voor me uit. Na enkele decimeters asfalt schoon te hebben geveegd kom ik tot stilstand. Dan slaat de angst toe: heb ik niets gebroken? Een botbreuk op dit moment in de voorbereiding zou wel eens het einde van de expeditie kunnen betekenen. Als ik opsta, blijkt dat alles nog functioneerd, pijnlijk, maar alles doet het nog. Ik forceer een glimlachje naar de tramchauffeur die moest stoppen omdat ik zijn pad blokkeer.
Als de zwarte vlekken voor mijn ogen verdwenen zijn en weer gewoon de regenwolken boven Den Haag zie, fietsen we door naar huis. Eenmaal thuisgekomen reinig ik mijn schaafwonden, die veel minder erg zijn dan ze er in het begin uitzagen. Alle pijntjes zijn ongevaarlijk, behalve mijn linkerknie, die ik maar moeilijk kan buigen. Dat wordt een aangepaste training de komende dagen!