Peak Naamloos (4.709m)
De rit naar basecamp van Peak Lenin was goed te doen. Het busje dat eruit zag als een blauw brood bleek verrassend goed raad te weten met de bizar slechte weg.
Het basecamp (BC) van Peak Lenin blijkt een soort Spaanse camping te zijn en het lijkt in niets op het mini-kamp dat we in Kurumdi hadden. Rijen kleine tentjes, materiaaltenten en yurts (inheemse ronde tenten van hout en dierenhuiden) en een serie terreinvoertuigen alsof Parijs-Dakar hier start.
Het is mooi weer en ik heb enorm veel zin om de omliggende pieken te beklimmen. Vlak voor het eten loop ik een stukje van het pad richting de pas. Van het pad loop ik de graat op en uiteindelijk klim ik helemaal door tot op de steile rotspiek die boven BC uitsteekt (4.116m). Niets heel bijzonders, maar de graat is wel behoorlijk luchtig – links gaat het ruim 300 meter naar beneden tot op de gletsjer – en het geeft een enorme kick om de top te bereiken. Nu heb ik helemaal zin om de komende dagen veel te gaan klimmen.
’s Avonds blijkt echter dat Andrey (de gids) is toegewezen aan een Russische groep klimmers en er is zo gauw geen vervanging. Voor de zoveelste keer wordt mijn programma in de war gegooid. De meeste pieken hier zijn te technisch om solo te doen. Tenminste…
Resultaat: De eerste dag maak ik een tocht van 9 uur over de gletsjer ten westen van BC en beklim een berg van 4.709 meter. Aangezien deze lagere bergen zelden of nooit beklommen worden – ze hebben zelfs geen naam! – is er geen routebeschrijving. Zelf zoeken dus. Mijn route gaat na een puinhelling over in een steile wand van sneeuw en ijs en uiteindelijk via de zuidwestgraat. Die heeft een paar mooie overhellende stukken. Af en toe moet ik daar onderdoor klimmen omdat de andere kant van de graat helemaal ondoenlijk steil is en een nog veel diepere afgrond heeft.
De dag erna loop ik naar kamp 1 van Peak Lenin. De route over de gletsjer staat me nog helder bij en ik doe er slechts 4 uur over. Het uitzicht op de berg is erg spectaculair en verleidelijk. Maar ik heb te weinig tijd en ben onvoldoende geacclimatiseerd om een poging te wagen. Als ’s nachts iemand spontaan last krijgt van hoogteziekte en vreselijk tekeer gaat, zet ik dat idee definitief uit mijn hoofd. De manager van K2 Adventures verteld me over de ramp in 1990 toen 43 klimmers omkwamen. Een van de weinige overlevenden bleek een van de vier Tsjechen te zijn die bij mij in de auto zaten op weg naar BC! De manager van Pamir verteld daarna dat er kortgeleden een man is gevonden op de gletsjer, in volledige klimuitrusting. Hij bleek al 3 maanden dood te zijn.
Na deze gruwelverhalen daal ik weer af naar BC. De volgende dag neem ik een rustdag en loop naar ‘lower BC’ waar Rustam de leiding heeft. Hij was ook de kok in Kurumdi en in 2002 zat hij als kok in kamp 1. Hij kookt eerst een stevig maal en na uitwisselen van verhalen liggen we de rest van de dag lui in de zon bij het meertje. Een nuttige dag 🙂
De laatste dag vertrek ik om 6 uur richting Peak Petrovsky (4.890m). Hier is wel een bekende route. Ik snij in de aanloop een paar kilometer af door recht omhoog te klimmen naar de graat in plaats van helemaal om de berg heen te lopen over het pad. Vanaf de graat is het eerste deel heel simpel, een goed pad door de rotsen, soms vlak onder mooie rotspieken, dan weer over de graat zelf met aan beide kanten een 60 graden steile helling van zo’n 700 meter. Als de rots over gaat in sneeuw wordt het lastiger. Een traverse van 100 hoogtemeter loopt naar het vlakke deel van de sneeuwgraat. Dit stuk is echter vrijwel helemaal blank en 50 to 60 graden steil. Net iets te veel van het goede om alleen en zonder touw te doen. Na een eerste poging laat ik het erbij en klim terug naar de rotsgraat. Als ik nauwelijks een paar 100 meter afgedaald ben, slaat het weer opeens om en de rest van de dag is het grauw, regent het en staat er een kille wind. Geen lekker weer om op een top te zijn.
Daarmee zijn mijn vijf dagen in BC op. Het blauwe brood brengt mij samen met vijf Fransen en de eerder genoemde Tsjech in 7 uur terug naar het drukke en benauwde Osh.
Over een paar dagen ben ik weer in Nederland. Ik zal na een week nog een afsluitend verhaaltje schrijven, een korte terugblik op de hele expeditie. En kom zeker op 26 september naar de lezing in The Globe in Den Haag!